Derde druk 'Zo werkt gebiedsontwikkeling' met coronabijlage (2024)

Redactie Gebiedsontwikkeling.nu

19 mei 2020

1 minuut

SKG Nieuws 'Zo werkt gebiedsontwikkeling', het standaardwerk over het vakgebied van Friso de Zeeuw, beleeft zijn derde druk. In het rijk geïllustreerde boek, dat 270 pagina's telt, komen alle aspecten van het vakgebied aan de orde. Ook de coronacrisis wordt, met een speciale bijlage, niet vergeten.

De lezer van 'Zo werkt gebiedsontwikkeling' krijgt inzicht in de complexe wereld van gebiedsontwikkeling, zonder dat daar uitgebreide theoretische verhandelingen bij komen kijken. In begrijpelijke, nuchtere taal worden systeem, proces, inhoudelijke aspecten en persoonlijke competenties besproken. Dit alles geïllustreerd met verhelderende schema’s en talloze praktijkvoorbeelden. Het maakt dit boek tot een uniek standaardwerk voor studie en praktijk.

De auteur, Friso de Zeeuw, kan bogen op veertig jaar professionele ervaring bij overheid, in de politiek, als adviseur en in het bedrijfsleven. Tot eind 2017 was hij de eerste praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft. In die hoedanigheid schreef hij dit werk.

De praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft en Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) zijn de uitgevers.

Samen met zijn opvolger, Co Verdaas, schreef De Zeeuw een speciale coronabijlage bij de derde druk van 'Zo werkt gebiedsontwikkeling', die de lezers van gebiedsontwikkeling.nu hier als voorpublicatie alvast kunnen lezen.

Coronabijlage

De Corona-crisis heeft een ongekende invloed op desamenleving en de economie. De gevolgen zijn op dit moment(mei 2020) pas voor een deel zichtbaar. We tasten nog in hetduister over de lengte en diepte van de economische neergang.Wanneer kunnen we herstel verwachten?
Wat zijn blijvende veranderingen? Wij weten het nog niet.

Gebiedsontwikkeling is vertrouwd met crisis
Ook gebiedsontwikkeling zal onmiskenbaar worden geraakt door deze crisis. Hoewel weook voor dit vakgebied de consequenties nog niet geheel zijn te overzien, kunnen we tochop de impact ingaan.

Daarvoor zijn een drietal redenen. In de eerste plaats brengt de lange gemiddelde doorlooptijdvan gebiedstonwikkelingen (veelal langer dan 10 jaar) met zich mee dat men altijd welminimaal één crisis moet zien te overleven. In dit handboek komt het fenomeen ‘crisis’ (en hoeer mee om te gaan) dan ook ruimschoots ter sprake, zoals we straks zullen zien. Professionalsdie wat langer in het vakgebied meelopen worden niet zo snel nerveus van een stevige crisis.

Stresstest van de crisis 2009-2013 doorstaan
Ten tweede blijkt het paradigma van gebiedsontwikkeling de stresstest van de vorige financiëleen economische crisis (eind 2008-2013) met glans te hebben doorstaan. Dat is uiteraard geengarantie dat deze keer ook zo zal zijn, maar het vermogen om met schoksgewijze veranderingenmee te bewegen, is indrukwekkend. De programmatische, financiële en ontwerptechnischeinvulling van een gebiedsontwikkeling kan in tijden van hoogconjunctuur ontaarden in eenToren van Babel die bij de eerste beste economische novemberstorm omvalt, maar dat raaktde fundamenten van gebiedsontwikkeling niet. Integendeel: flexibiliteit, faseerbaarheid enbeschikbaarheid van terugvalopties maken deel uit van het leerstuk. De crisis benadrukt hetbelang van wendbaarheid binnen een stabiel stramien van lange termijn-samenwerking, gerichtop het bereiken van een kwalitatief optimaal resultaat (zie par. 4.1).

Systeemtheorie
In de derde plaats kunnen we volgens de systeemtheorie gebiedsontwikkeling rangschikkenals ‘complex adaptief systeem’. De werkelijkheid verandert voortdurend, soms geleidelijk ensoms schoksgewijs en chaotisch, als gevolg van niet voorspelde gebeurtenissen. De invloed vanexterne economische en technologische ontwikkelingen of ontwikkelingen met betrekking totmilieu of migratie is fundamenteel onzeker. Bovendien veranderen percepties en voorkeuren inde loop der tijd. Op dit soort niet-lineaire, discontinue veranderingen van complexe systemen -zoals gebiedsontwikkeling - heeft de complexiteitstheorie betrekking (zie par. 1.6).

Doorwaardbare plaats
Onverwachte gebeurtenissen vormen een bedreiging en bieden een kans. Het stromen-model laat dit overtuigend zien. Het model onderscheidt verschillende besluitvormings-processen (stromen) die zich relatief onafhankelijk van elkaar bewegen. Voor ons domeinkunnen we bijvoorbeeld de opgave, het planconcept, de marktbehoefte, de gemeentelijkepolitieke besluitvorming en de bouwregelgeving determineren. Dit samenstel vanprocessen is als geheel eigenlijk niet te beheersen. Een zuiver projectmatige aanpakfaalt dan ook.

Plotselinge, onvoorziene en toevallige veranderingen beïnvloeden de koers van de stromen.Ook bewuste, slimme sturingshandelingen kunnen een stroom een bepaalde kant op stuwen.Maar op bepaalde vaak onverwachte momenten, komen de stromen samen. Op dat momentontstaat ruimte voor een initiatief, versnelling of planaanpassing: een ‘policy window’ ofmet een mooie Nederlandse term: de doorwaardbare plaats. Dat is het moment om toe te slaan.Het vergt inzicht, ondernemerschap, durf en creativiteit. In par. 4.3 laten we verschillendevoorbeelden zien.

Dat heeft ook zijn weerslag op het - veeleisende - competentieprofiel van gebiedsontwikkelaarsin leidinggevende posities (zie par. 4.8).

Effecten op legio aspecten
Op verschillende aspecten kan de Coronacrisis gebiedsontwikkeling beïnvloeden.We geven een beknopte en onvolledige inventarisatie, daarbij de volgorde van het boekaanhoudend.

  • Digitalisering (par. 4.10). De crisis kan digitaal (samen-)werken een forse impuls geven.

  • Regelgeving en de toepassing daarvan. Stapeling van allerlei publieke eisen is eenhoogconjunctuur-verschijnsel; ‘ontslakken’ kan een revival beleven (par. 6.5).

  • De Coronacrisis kan verschuivingen in de waardeketen van gebiedsontwikkelingenteweeg brengen en de plaats van de spelers daarin (par. 7.2). Blijven bijvoorbeeldde grote beleggers actief in gezinsontwikkeling? Komen woningcorporaties weereerder in de keten in actie? Gaat de rijkoverheid voor-investeringen ondersteunen?

  • Planmatige en organische aanpak (par. 10.7). In de vorige crisis kwam organischegebiedsontwikkeling tijdelijk op als volwaardig alternatief voor de (kapitaalsintensieve)planmatige vorm. Gaat dat weer gebeuren?

  • de Financiële aspecten komen vanzelfsprekend in beeld (par. 11.3). Om plannen financieelhaalbaar te maken en de businesscase te sluiten, zal het complete repertoire vankosten-reductie en opbrengt-verhoging op tafel moeten komen.

  • Als ‘de anderhalve meter-samenleving’ structureel wordt, kan dat onder meer gevolgenhebben voor de inrichting van de openbare ruimte (par. 13.4).

  • Het eerder genoemde digitaal (samen-)werken kan ons reisgedrag blijvend gaanbeïnvloeden en daarmee mobiliteitscomponent van gebiedsontwikkeling (par. 14.2).Maar zeker is dat niet.

Dwaalwegen en leerpunten
In het licht van het Coronacrisis heeft hoofdstuk 15 van het boek speciale betekenis.Het beschrijft de dwaalwegen en leerpunten die de vorige crisis heeft opgeroepen.Het verhaspelen van tijdelijke, conjuncturele crisis-effecten met structurele veranderingenheeft bijvoorbeeld veel kwaad gedaan. Zo heeft de energietransitie structurele gevolgen voorgebiedsontwikkeling. Het inzakken van de woningvraag was daarentegen louter conjunctureel.De miskenning daarvan heeft het huidige enorme woningtekort mede veroorzaakt.

Lees over de ‘nieuwe verdienmodellen’, ‘Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl’ en andere onzin.Maar kijk ook naar de reële leerpunten van de vorige crisis.

Alle bij de bouw, infrastructuur en gebiedsontwikkeling betrokken publieke en private partijenonderschreven eind april 2020 een gemeenschappelijke verklaring onder het motto ‘Samendoorbouwen aan Nederland’. Een leerpuntje van de vorige crisis: toen was zo’n eensgezindheidintentie ver te zoeken.

Ook in deze crisis zal men niches weer met de structurele veranderingen gaan verwarrenen - in het verlangen naar ’disruptie’ - kan ‘traditionele’ gebiedsontwikkeling zich weer opeen bijna-dood-ervaring voorbereiden. Velen benutten een crisis voor het projecteren vaneigen wensvoorstellingen. Wij proberen daar ons verre van te houden en onbevangen naarde bovengenoemde effecten te kijken.

Het roept de vraag op: hoe kunnen we het risico van Nederlands autistisch hypegedragindammen? Uit die vraag vloeit een opgave voort aan de partijen die de (’traditionele’)gebiedsontwikkeling dragen. Zij moeten de reële lessen van de crisis zien vast te houden.Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want in ‘goede tijden’ disciplineren ‘de markt’- jegens private partijen en ‘de democratie’ - jegens publieke partijen - onvoldoende.Arrogantie en nonchalance liggen op de loer; private en publieke partijen doen hunwerk niet meer op het scherpst van de snede. Het moet dus komen van zelfdiscipline,met niet-aflatende aandacht voor kwaliteit, ambachtelijkheid, effectiviteit, transparantie,integriteit en snel adopteren van relevante innovaties.Daarnaast helpt gedegen kennisvan de geschiedenis en van de binnenlandse en buitenlandse praktijk om het vakgebiedin een breder perspectief te plaatsen. Een kritische reflectie op de praktijk hoort daar bij,uitgerekend een zaak voor wetenschappelijk onderzoek.

We hebben een robuuste, levendige kennisinfrastructuur voor gebiedsontwikkelingnodig die jonge mensen weet te binden en te boeien. En zo ‘de waan van de dag’ weet teoverstijgen.

Derde druk 'Zo werkt gebiedsontwikkeling' met coronabijlage (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Merrill Bechtelar CPA

Last Updated:

Views: 6099

Rating: 5 / 5 (70 voted)

Reviews: 85% of readers found this page helpful

Author information

Name: Merrill Bechtelar CPA

Birthday: 1996-05-19

Address: Apt. 114 873 White Lodge, Libbyfurt, CA 93006

Phone: +5983010455207

Job: Legacy Representative

Hobby: Blacksmithing, Urban exploration, Sudoku, Slacklining, Creative writing, Community, Letterboxing

Introduction: My name is Merrill Bechtelar CPA, I am a clean, agreeable, glorious, magnificent, witty, enchanting, comfortable person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.